Mijn favorieten

Informatie over de Noordoostpolder

 

Informatie over de plaatsen in de Noordoostpolder

 

Emmeloord


Ligging
Op 9 september 1942 viel de polder droog nadat in 1936 was begonnen met droogpompen. Bij de inrichting van de polder is men uitgegaan van één centrale plaats (Emmeloord) en stervormige verbindingswegen naar tien kleinere dorpen: BantCreilEnsEspelKraggenburgLuttelgeestMarknesseNageleRutten en Tollebeek. Op 1 november 2008 kreeg de Noordoostpolder er een dorp bij en het had daarmee het nieuwste dorp van Nederland: Schokland. De centrale ligging van Emmeloord wordt geaccentueerd door de Poldertoren. Deze voormalige watertoren staat in het geografische middelpunt van de polder. De Noordoostpolder heeft een oppervlakte van 595 km2 en circa 46.000 inwoners.

Voorzieningen

De stad Emmeloord heeft ruim 25.000 inwoners en is het belangrijkste voorzieningencentrum van de Noordoostpolder en omgeving. In de stad staan het gemeentehuis, een bibliotheek, een muziekschool, basis- en middelbare scholen, een mbo, twee ziekenhuizen en tal van sportvoorzieningen. Zo beschikt Emmeloord over een atletiekbaan, overdekt zwembad en een golfbaan. De Lange Nering is dé winkelstraat van de stad met een mengeling van bekende ketens en plaatselijke ondernemers. Aan de Korte Achterzijde (de straat achter de Lange Nering) zijn vooral nieuwe en innovatieve ondernemers gevestigd. Tussen 2007 en 2011 is het winkelgebied op de schop gegaan en zijn de voorpuien naar voren gehaald, luifels vernieuwd en het straatmeubilair aangepast aan de huidige tijd. Het centrale plein De Deel moet meer winkel- en horecaruimte gaan bieden, maar deze bouwplannen liggen thans bij de Raad van State.
Op De Deel staat de 
Poldertoren. In deze voormalige watertoren van 65 meter hoog uit 1957 zit het VVV-kantoor en een nevenvestiging van het Nieuwland Erfgoedcentrum. Onder de rook van het bouwwerk staat jaarlijks de kermis en zijn evenementen zoals het Pieperfestival (het stadsfeest) en de Nacht van Oranje. Ook was het plein het toneel van de weekmarkt. In 2012 is de markt vanwege de plannen voor De Deel verhuisd naar het Kettingplein.

Wellerwaard
Wellerwaard is het jongste recreatie- en natuurgebied in de Noordoostpolder. Het is ruim van opzet en voor iedereen die houdt van zwemmen, wil spelen op het strand, wil genieten van de natuur, graag wandelt of de hond uit laat.


 


 

Marknesse


Marknesse is een dorp in de Noordoostpolder ten oosten van de hoofdplaats Emmeloord. Marknesse telt 3.862 inwoners en is na Emmeloord de grootste plaats in de Noordoostpolder.

Voorzieningen
Opvallend voor het dorpsplein zijn de noord-zuid lopende straten. Brede groene lanen kruisen de straten. In Marknesse zijn verschillende basisscholen, sportvelden, tennisbanen, een sporthal en een ijsbaan te vinden. Sinds 1992 is er een verzorgingshuis, de "Markehof". Het dorp heeft een aantal verenigingen en een dorpsvereniging, waardoor ieder jaar een dorpsfeest wordt georganiseerd. Marknesse staat ook bekend om haar discotheek: Chez. Tot 2006 was de uitgaansgelegenheid gevestigd in het centrum, maar sinds 2008 staat er een nieuw complex op het industrieterrein. Tevens is er MeerZoo een combinatie van dierenpark, educatie, zorg en spelen. MeerZoo heeft zich gericht op zowel volwassenen als kinderen, individueel of voor groepen.
Bij Marknesse bevindt zich een vestiging van het 
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, de Stichting Duits-Nederlandse Windtunnels en het Geomaticapark. Rond Marknesse bevindt zich veel landbouw en tuinbouw. Er zijn zelfs wijngaarden waar goede wijnen worden gemaakt.
 

 




Ens

Ens is een plaats in het zuidoosten van de gemeente Noordoostpolder aan de N50. Het dorp telt 3012 inwoners.
In 1946 is Ens opgebouwd. Het dorp is vernoemd naar het zuidelijke deel van 
Schokland. De woonkernen Middelbuurt en Zuidert (Zuiderbuurt) vormden samen Ens. Het 'nieuwe' Ens heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een bloeiend dorp. Met een rijk verenigingsleven met sportclubs, de dorpsvereniging en carnavalsvereniging De Kleiduikers die meerdere activiteiten per jaar organiseert in het plaatselijke café-restaurant. Ens heeft meerdere basisscholen en kerken. Winkels treft men aan de Baan in het centrum van het dorp. Hier zitten bijvoorbeeld een bakkerszaak, bloemenzaak, drogist, fietsenwinkel, kapsalon en supermarkt. Het dorpsfeest Ensyfair in juni trekt jaarlijks bekende landelijke artiesten. Ten zuidwesten van Ens ligt het Kamperzand, zandige gronden die gebruikt worden voor de bloembollenteelt. Ten zuidoosten van de kern zijn meerdere glastuinbouwers gevestigd.
Ens ligt langs de N50, de weg tussen 
Emmeloord en Zwolle. In 2012 is de verkeerssituatie bij het dorp drastisch veranderd. De N50 is verlegd op geruime afstand van de kern en verbreed naar 2 x 2 banen. Voor de verkeersafwikkeling is er een klaverblad aangelegd. De bushaltes van lijn 141 aan de Baan zijn verplaatst naar een plek net buiten de dorpskern. De Ramspolbrug over het Ramsdiep tussen de Noordoostpolder en Overijssel is vervangen door een nieuw, verhoogd exemplaar. Zo hoeft de brug minder vaak open voor de scheepvaart. In het Ramsdiep ligt de grootste balgstuw van Europa.
 

 




Luttelgeest

Luttelgeest ligt in het noordoosten van de polder, ten noorden van het dorp Marknesse. Naast de dorpskern behoort een groot stuk polderland tot het dorp. Deze is naast landbouwgebied ook het grootste tuinbouwgebied van de N.O.Polder met grote kassencomplexen. Ten Noordoosten vond men het Kuinderbos. Dit bos loopt op het grondgebied van Luttelgeest langs de grens van de provincie Friesland.

Bezienswaardigheden
De andere grote toeristische attractie van het dorp is de 
Orchideeënhoeve, een kassencomplex met tropische planten, dat met ongeveer 225.000 bezoekers per jaar de grootste toeristische attractie van de Noordoostpolder is. Vanwege het vele groen en het open karakter kent het dorp de slagzin groendorp met ruimte.
 

 



 
Nagele

Nagele is een dorp in de Noordoostpolder ten zuiden van Emmeloord. Op 1 oktober 2010 telde het 1952 inwoners.
In de jaren vijftig is het nieuwe Nagele ontworpen door 
architecten van De Acht en Opbouw, zoals Cornelis van EesterenAldo van EyckGerrit Rietveld en de tuinarchitecte Mien Ruys. Nagele is een van de weinige plekken waar de anno 1950 moderne architecten op grotere schaal hun ideeën konden verwezenlijken. De andere satellietdorpen rondom Emmeloord zijn gebouwd in de toen heersende stijl van architecten van de traditionele Delftse School.
Van 1947 tot 1949 hield onder anderen Van Eesteren zich bezig met de situering van het nieuwe dorp Nagele. Het plan voor het dorp is door Van Eesteren uitgewerkt aan de hand van eerste schetsen van Rietveld. Het dorp is gebouwd volgens een streng en recht stedenbouwkundig plan. Beide groepen architecten waren voorstanders van gekoppelde woningen in rechte lijnen. De bebouwing moest openheid en strakheid uitstralen en gebruikmaken van glas en beton. Op de tekentafel ontstond het idee voor een dorp met platte daken.
Het dorp is rondom door een bomenwal beschermd tegen de polderwind. In Nagele is een duidelijke scheiding aangebracht van de belangrijke functies verkeer, wonen, werken en recreatie. Het doorgaande verkeer wordt buiten het dorp gehouden doordat de bebouwing ten oosten van de noord-zuidweg is geplaatst. Om een centraal groen park, ontworpen door Ruys, is een ring voor het bestemmingsverkeer aangelegd. Collectieve voorzieningen zijn in deze centrale ruimte geplaatst. Ten westen van deze groene ruimte zijn de winkels in een lint geplaatst. De winkels zijn geplaatst zodat ze vanuit alle woonwijken op ongeveer een gelijke afstand liggen. Om de noord-, west- en zuidzijde van de verkeersring zijn zeven woonwijken aangelegd, elk rondom een eigen centrale groene ruimte. De woningen zijn vooral in stroken gebouwd met een sterke voorkeurs oriëntatie van de gevels richting het oosten en het westen voor optimaal invallen van zonlicht.
 

 




Tollebeek

Tollebeek is een dorp in de gemeente Noordoostpolder, in de Nederlandse provincie Flevoland, tussen Urk en Emmeloord aan de twee "N" wegen de N351 en de N713. Het dorp heeft 2261 inwoners (1 oktober 2010) en is een van de laagst gelegen delen van de Noordoostpolder. Na het droogvallen van de polder in 1942 is het dorp Tollebeek gesticht in 1957. De naam Tollebeek verwijst naar een oud landgoed van de Heren van Kuinre; In den tijde 1364 was Tollebeke een landgoeth nevens de sijtack van de rivier Nagel, dwelc den Heeren van Kuinre behoord…. Dit is dan ook de reden, dat alle straatnamen in Tollebeek verwijzen naar de jacht. Tollebeek is ontworpen door dr. ir. Nix, architect uit Rotterdam. Het dorp wordt daarom ook wel dorp van niks genoemd. Het dorpsfront is naar de Urkervaart gekeerd. Nix beschrijft het dorp als een omzoomde nederzetting met groene kamers.
Aan de rand van Tollebeek staat een oude barak uit de tijd dat de 
Noordoostpolder opgebouwd werd. Deze barak waarvan de Tollebekers denken dat deze behoorde tot kamp Tollebeek, is ooit een barak uit een werkkamp geweest, uit een van de vele kampen van waaruit pioniers de polder opbouwden. Waarschijnlijk ging het hier om een woonbarak. Rijkswaterstaat heeft deze barak geschonken aan de Tollebeker bevolking als kleedgebouw voor de voetbal en ijsclub gebouw. Later heeft de voetbalclub een voormalig clubgebouw vanuit Bant gekregen, omdat daar de zaterdag- en zondagclubs fuseerden. Deze barak is de enig overgebleven barak in de Noordoostpolder. Met subsidie is deze barak aan de buitenkant gerenoveerd. Rondom de barak is informatie te vinden over het leven in het kamp. Tegenwoordig zit er een lokale dartvereniging in het gebouw.
Op 30 april 1994 bezocht de koninklijke familie 
Emmeloord en Urk. Er was gepleit om een tussenstop in Tollebeek te maken, omdat de koninklijk bus door het dorp zou rijden. Het bezoek ging echter niet door. In 1998 trad de Urkervaart door hevige regenval buiten zijn oevers. Hele akkers rondom het dorp stonden blank. Ook veel inwoners van Tollebeek hadden overlast van het waterKoningin Beatrix en minister-president Wim Kok kwamen persoonlijk langs om de schade op te nemen. Veel dorpsbewoners waren blij verrast en zagen het bezoek van Beatrix als compensatie voor Koninginnedag 1994. Tollebeek vierde in 2007 het 50-jarig bestaan. Tussen 2002 en 2010 is Tollebeek hard gegroeid door de aanleg van een nieuwe woonwijk. De afstand tussen Tollebeek en Urk is daarmee en door de forse uitbreidingen van het vissersdorp steeds kleiner aan het worden. Zo vallen verschillende delen van het buitengebied niet langer meer onder Tollebeek. In Tollebeek wonen ook veel oud-Urkers. Veel jonge Urkers trekken naar het dorp, vanwege de lagere huizenprijzen.[1] Een en ander heeft een (lichte) identiteitsverandering tot gevolg. Zo ging bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 12% van de stemmen naar de SGP, hoger dan in enig ander dorp in de Noordoostpolder. Het CDA en ChristenUnie kregen respectievelijk 26 en 11% van het stemmenaantal.[2]
De vlag van Tollebeek (een ontwerp van Hendrik Fokkema), is gemaakt tijdens het 25 jarig bestaan. Centraal staat het hert, hierin uit zich de betrokkenheid met de jacht. Het blauw van het water symboliseert de Zuiderzee. De rode kleur geeft de daken van de huizen weer. Het gele vlak staat voor het graan.

 




Rutten

Rutten is één van de tien groendorpen in de Nederlandse gemeente Noordoostpolder. Op 1 oktober 2010 had het dorp in totaal 1.733 inwoners.

Geschiedenis
In 
1952 werd er op deze plaats voor het eerst gebouwd. De eerste bewoners werden verwelkomd in 1953. De naam Rutten is afgeleid van het in de veertiende eeuw verdronken dorp Ruthne, dat destijds ten noorden van Urk lag. De naam van dat dorp zou komen van het Germaanse woord ‘ruhitha’, ofwel ruigte, struikgewas, onkruid dat op natte gronden groeit.
De 
planoloog en architect Wieger Bruin kreeg de opdracht om het dorp Rutten te ontwerpen. Het was de bedoeling dat het dorp maximaal 1000 inwoners zou tellen. Rutten heeft twee scholen, twee kerken, een kleine brandweerkazerne, een industrieterrein, een sportpark met een gymzaal, voetbalveld en een tennisbaan.

Ligging
Rutten is gelegen langs de 
N712, en ligt ongeveer vijf kilometer ten zuiden van het Friese Lemmer en hemelsbreed ongeveer tien kilometer ten noorden van de gemeentelijke hoofdplaats Emmeloord. Vier kilometer ten oosten van Rutten loopt de autosnelweg A6. Ten oosten van de snelweg A6 begint vanaf het Schoterpad het 1100 hectare grootte Kuinderbos. Het dorp ligt ongeveer vier meter onder NAP.
Kenmerken
De huidige ligging van Rutten is niet de oorspronkelijk bedoelde locatie. Rutten zou komen te liggen aan het eind van de Polenweg/Wrakkenweg waar ook het voormalige kamp Rutten heeft gestaan. Omdat 
Bant in de toenmalige plannen niet voorkwam zou de Wellerzandweg en Polenweg Noorderrringweg hebben geheten. Aan het andere eind van de Polenweg in de Lemstervaart lag vroeger de pont Schoterbrug, daar zou de brug gebouwd worden. Doordat er later besloten is om er nog een paar dorpen bij te maken zijn Bant en Creil ertussen gevoegd en is Rutten enkele kilometers naar het noorden opgeschoven. De Ruttensevaart loopt ook door naar de Polenweg, waar ook de draaikom ligt die bij elk dorp aanwezig is.
Rutten ligt langs de Ruttense Vaart, en wordt in vieren gedeeld door de wegen RuttensepadRuttenseweg en de Gemaalweg. Drie van deze kwadranten zijn bebouwd, en het vierde, zuidoostelijke deel is bestemd voor recreatie. Ten westen van Rutten ligt het Industrieterrein Rutten met een oppervlakte van ongeveer één 
hectare. In de winter ligt ten zuiden daarvan de plaatselijke ijsbaan. Ten noorden van de ijsbaan is de begraafplaats en ten westen de sportvelden.
In het noordoostelijkste deel van het dorp zijn de 
protestantse kerk, de rooms-katholieke kerk en de rooms-katholieke school De Paulusschool. Deze school valt onder de stichting Aves voor katholiek, oecumenisch en openbaar basisonderwijs in de Noordoostpolder. Rutten heeft twee scholen. In het zuidwesten is de Sportweg, die door een bocht wordt gesplitst in de Korte en de Lange Sportweg. Bij deze bocht staat een Christelijke school De Sjaloom en de "Rijdende Winkel". Tussen de Sportweg en de Venelaan staat de grootste van de drie speeltuinen in Rutten.
Ten oosten van de Sportweg en de Venelaan, in het zuidoosten, ligt het bungalowpark Het groene kwadrant, de gymzaal De Kwartslag en het dorpshuis De Stiepe, waar een snackbar bij is. De Plaats is een straat in het midden van het dorp waar vroeger de supermarkt lag. De Buitenom is een buurt en een straat die zowel in het noordwesten als in het noordoosten is. Bij de katholieke kerk staat de grootste school. De straten De Gardeniers en De Ruiten vormen samen een rondje met in het midden een speeltuin. In het uiterste noordoosten ligt de nieuwste wijk, de Valeriaan. Ook hier is een speeltuin. In Rutten is tevens een dagopvang, de voor/ naschoolse opvang en de boekenuitleen.
 

 




Creil

Ligging
Het ligt ten noordwesten van 
Emmeloord. Ten noorden van Creil ligt RuttenEspel ligt zuidwestelijk van het dorp en Bant ligt aan de oostelijke kant van het dorp. De N715 (Noorderringweg) verbindt Bant en Creil en is een van de belangrijkste transportwegen in het noordelijke gebied van de Noordoostpolder, aangezien deze een verbinding met de A6 heeft. Alle wegen in de N.O. Polder van dorp naar dorp zijn provinciale wegen en hebben een naam met toevoeging ringweg.

Geschiedenis
De naam is afkomstig van een dorp dat ooit aan de kust van de 
Zuiderzee lag. De naam verwijst naar het Creiler Woud (of Kreilse Bos), dat vroeger ten noordoosten van Noord-Holland lag, globaal tussen Texel en Enkhuizen in. Het huidige Creil is ontworpen door de Directie van de Wieringermeer. Met de bouw werd in 1953 begonnen.

Voorzieningen
Eind 
2004 werd het gebouw van de katholieke kerk verbouwd tot een dienstencentrum, Het Saalicon. Hierin werden de huisarts met apotheek, het consultatiebureau, de zorgmiddelen uitleen en de ouderenzorg in gevestigd. Ook kwam er een kapsalon. Inmiddels is de huisarts alweer teruggegaan naar zijn oude praktijk en wordt er nog gezocht naar andere invullingen voor de vrijgekomen ruimte. In de centrale ruimten van het gebouw zijn doorlopende exposities van lokale kunstenaars te bekijken. In Creil is nog wel steeds een gemeente van de PKN actief.
Uniek in zijn bestaan is de samenwoonschool waarin de katholieke 
Jan Roothaan-school, de openbare basisschool De Springplank en de christelijke basisschool De Regenboog in hetzelfde gebouw zitten. De gemeenschappelijke ruimten worden gedeeld, evenals het schoolplein.
In de omgeving van Creil vindt men veel 
bloembollen-telers en wordt elk jaar in de lente het Creiler Flora georganiseerd, dat een grote bekendheid heeft in de polder, Zuid-Friesland en Noordwest-Overijssel en al menig bekende Nederlander heeft gezien. Vooral eind april zijn de uitgestrekte bloeiende tulpenvelden een lust voor het oog.
 

 




Kraggenburg

Kraggenburg is een dorp in de Noordoostpolder met ongeveer 1500 inwoners. Het dorp is gelegen ten zuidoosten van de hoofdplaats Emmeloord.

Ligging
Het dorp ligt ongeveer tussen Ens en Marknesse. Het dorp ligt aan de N719 en de N352.

Geschiedenis
De plaats Kraggenburg ontleent haar naam aan een lichtwachterswoning annex tolhuis dat nu bekendstaat als 
Oud Kraggenburg. Het behoort, naast historische panden op Schokland, tot de oudste bebouwing in de Noordoostpolder. Het oorspronkelijke houten huisje verging in een vliegende storm en werd in 1876/1877 vervangen door de stenen woning die er nu nog staat.

19e eeuw
In het midden van de negentiende eeuw stelde "De Naamloze Maatschappij ter verbetering van den handelsweg over het Zwolse Diep" zich ten doel om door middel van in de 
Zuiderzee aangelegde leidammen de scheepvaartweg vanuit Zwolle en Overijssel aanzienlijk te verbeteren en verzanding van de Overijsselse Vecht tegen te gaan.
Voor de aanleg van de leidammen werden "kraggen" gebruikt: drijvende stroken vast ineen gegroeide zoden van riet en waterplanten. Die kraggen waren voor een spotprijs te koop in de omgeving van 
WanneperveenDwarsgracht en Giethoornwaar door ontvening grote watergebieden waren ontstaan.
Aan het eind van de westelijke leidam werd een huisje van hout en plaggen gebouwd voor de licht/tolwachter en zijn gezin. Toen de leidammen klaar waren schijnt een werknemer met de naam Jacob Bruintjes een spottende opmerking te hebben gemaakt over die "Kraggenburgt". Zo is volgens de overlevering de naam ontstaan en daarom werd in het huidige Kraggenburg de Jacob Bruintjesstraat naar hem vernoemd.
Drijvende kracht achter de genoemde maatschappij was de Waterstaatsingenieur Benjamin Pieter Gesienus van Diggelen, wiens naam bewerkstelligde dat uit het hele land handelslieden en hoge gezagsdragers (Koning 
Willem IIIThorbecke, de vader van Cornelis Lely en familie van de latere Minister van Waterstaat en Minister-President Tak van Poortvliet) aandelen kochten en zo geld aandroegen voor het project. Van Diggelens idee was dat de kosten van het project konden worden terugverdiend uit tolgelden, die op het eind van de westelijke leidam in het tolhuis moesten worden geheven. Maar op dat punt ging het fout. Met name na-ijverige notabelen uit Drenthe zetten de schippers op om de tol 's nachts zonder te betalen te omzeilen en betichtten de Maatschappij van uitbuiting en woekerwinsten. In de politiek onrustige tijd van die jaren leidden deze aantijgingen tot een landelijke rel, waarin de koning als aandeelhouder betrokken dreigde te raken, waardoor van het hele project enkele jaren later weinig meer dan het tolhuis resteerde. Bijna 100 jaar later werd Kraggenburg een naam en plek in de Noordoostpolder.

Na de inpoldering
Na de inpoldering werden Kraggenburg en de grond er om heen aangewezen als ideale plek voor fruitteelt en wat akkerbouw. Een groot deel van de grond aan de rand van het gebied werd voor bosbouw bestemd omdat hier veel onbruikbare keileem voorkwam. Door het tot bosgebied te maken kon ook dit deel geld genereren. De Kraggenburger gemeenschap bestond lange tijd uit agrarisch personeel, boeren en middenstand. Verder waren er twee kerken en drie scholen.
In de jaren zestig kwamen door de komst van het 
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium en het Waterloopkundig Laboratorium ineens ook hogeropgeleiden en gestudeerden in het dorp wonen; mensen met een goedbetaalde baan, waardoor er behoefte kwam aan meer en luxueuzere huizen. Het dorp floreerde en groeide. In de negentiger jaren hingen donkere wolken boven het dorp, want men trok naar de stad vanwege de betere voorzieningen. Het dorp liep niet leeg, maar vergrijsde wel. De scholen kregen het moeilijk vanwege het geringe aantal leerlingen. Na een fusie tussen twee scholen (PKN en RK) ontstond een oecumenische school, de Lichtwater, naast de openbare school De Pionier. De buurtsuper sloot wegens gebrek aan inkomsten, maar opende haar deuren vrij snel hierna weer door inzet van andere ondernemers.
De meest kenmerkende eigenschap van de Kraggenburger is gemeenschapszin. Hierdoor doet een evenement als de feestweek het dorp uitlopen. Iedereen doet mee en staat klaar om te helpen, bijvoorbeeld door een bijdrage in de kosten te geven. Alle vijf de buurten hebben een buurtcommissie die deelnemers en input regelt voor het dorpsfeest, Abrahams of Sarahs plaatst waar nodig en een jaarlijkse barbecue organiseert.

Toekomst
De verwachting is dat de omgeving van Kraggenburg steeds meer een recreatieve bestemming gaat krijgen. Ontwikkelingsplannen van gemeente en provincie wijzen in die richting. Naast een hotel, twee groepsaccommodaties en drie campings is er ook een jachthaven. De bossen bieden mogelijkheid te wandelen, nordic walken, steppen, skeeleren, fietsen, fotograferen, onderzoeken, zwemmen, varen en vissen. Het productiebos is aan de 
Vereniging Natuurmonumenten overgedaan en die maakt er langzaamaan een gevarieerd en afwisselend bos van. Aan de oostkant is het Kadoelenveld ontwikkeld waarop grote grazers hun werk doen op herschapen "woeste gronden". Meer natuurontwikkelingsprojecten volgen aan de randen van het bosgebied. Ook langs de polderoevers van het Zwarte Water wordt aan natuurontwikkeling gedaan. Het Vogeleiland in het Zwarte Water is een beschermd vogelreservaat en de oevers aan weerszijden zijn belangrijke foerageergebieden geworden. Er is tevens een klein woningbouwplan van 170 huizen in ontwikkeling ten westen van het dorp.
 

 




Bant

Bant is gelegen aan de snelweg A6, tussen de plaatsen Emmeloord en Lemmer. Het ligt slechts enkele kilometers van het Kuinderbos. Op oude kaarten van de Directie is te zien dat de locatie van Bant in oorsprong was gepland op de kavel tussen de Creilervaart en de Noorderringweg (Kavel Tiesingha). Waarom hiervan is afgeweken is niet bekend. Op deze kavel Tiesingha heeft het voormalige arbeiderskamp Westvaart gelegen, het kanaal dat naar het westen liep, de huidige Creilervaart dus. Hier ligt bij de oude grasdrogerij ook nog een zwaaikom voor de scheepvaart.

Geschiedenis
In 
1951 werd begonnen met de bouw van het dorp. De naam van het dorp is afgeleid van de landerijen van Bant of Bantega, die ooit gelegen waren in de huidige gemeente Lemsterland en die zich uitstrekten tot in het gebied wat nu de Noordoostpolder is. Het kamp Westvaart is na de oorlog nog een NSB-kamp geweest. Het kamp was voorzien van wachttorens en bewakers met karabijnen. Er hebben diverse prominente NSB'ers gevangengezeten. Hr. Gunnink, een voormalig hoofd van de Meppeler ondergrondse, was er toen kampcommandant. Op enig moment is in dit kamp een proef opgezet die inhield dat de gevangenen een contract ondertekenden waarin ze verklaarden niet te zullen vluchten in ruil voor volledige vrijheid binnen het kamp. Ieder heeft toen getekend en er is ook nooit iemand gevlucht. later is deze proef opgeheven maar omdat ieder zich aan de afspraak had gehouden kreeg iedereen zijn vrijheid, en mocht naar huis, alleen de resterende tijd die men nog moest uitzitten, moest men als gewoon arbeider uitdienen.

Voorzieningen         
Hoewel Bant maar een klein dorp is, beschikt het over de nodige voorzieningen. Zo zijn er twee basisscholen. Tevens beschikt Bant over een bloeiende sportvereniging, een vakantiepark, een café-restaurant, een bar-dancing, een
multifunctionele accommodatie (de Bantsiliek). Elke vijf jaar vindt er in Bant een groot dorpsfeest plaats. In juni 2011 viert Bant zijn zestigjarige bestaan.
 

 




Espel

Espel ligt bij de driesprong van de N712 en de N714. Het is midden in de polder gesitueerd, halverwege tussen Emmeloord en de IJsselmeerkust. De dichtstbijzijnde grotere plaatsen zijn Emmeloord en Urk.

Geschiedenis
Het dorp werd geheel volgens plan gesticht in 
1956 als agrarische nederzetting in de toen tien jaar droge Noordoostpolder. De naam Espel is afgeleid van Espelbergh, ook Espelo genoemd, een dorp dat ooit ten noorden van Urk gelegen was. Dit gebied is later door de Zuiderzee opgeslokt. Het nieuwe dorp kreeg na de stichting diverse voorzieningen, zoals winkels, een drietal scholen, twee kerken en twee cafés.

Voorzieningen
In de loop der jaren verdween een aantal faciliteiten. De laatste supermarkt sloot haar deuren in 2002 en de laatste winkel sloot zijn deuren in 2009. In en rondom het dorp wonen thans circa 1400 mensen, het dorp heeft nog steeds een eigen kerk, een school, en een café-restaurant annex zalen- en bowlingcentrum en sportvelden. Eind 2011 kwam er op initiatief van de dorpsbewoners een nieuwe 
buurtsuper in Espel, de Troefmarkt. Deze werd geopend door een ondernemer uit Lelystad.
Het gebied rond Espel is thans een belangrijk 
bloembollenareaal waar voornamelijk tulpen worden geteeld. In elk voorjaar wordt een route langs de bloeiende bollenvelden uitgezet. Aan de IJsselmeerdijk bij Espel bevindt zich het een van de grootste windmolenparken van Nederland, met 50 molens. Dit windmolenpark zal volgens plannen die begin 2012 goedgekeurd werden, plaatsmaken voor een windmolenpark van ruim 80 molens met een hoogte tot ongeveer 200 meter (Windpark Noordoostpolder).
 

 




Schokland

Schokland is een dorp en voormalig eiland in de Noordoostpolder, Nederlandse provincie Flevoland, dat in 1859 om veiligheidsredenen ontruimd werd. De gemeente Schokland werd per 10 juli 1859 opgeheven en bij de gemeente Kampen gevoegd. Tot 1932 lag het als eiland in de Zuiderzee, na de voltooiing van de Afsluitdijk in het IJsselmeer. Sinds de drooglegging van de Noordoostpolder in 1942 maakt het deel uit van het vasteland.
Schokland ligt precies tussen de dorpen 
Nagele en Ens aan de N352. Het gebied wordt beheerd door stichting Het Flevolandschap. Op Schokland bevindt zich een museum waar de geschiedenis van het voormalige eiland zichtbaar wordt gemaakt. Jaarlijks bezoeken ongeveer 40.000 mensen het dorpje. Schokland werd in 1995 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.